Hoe maak je autojournalistiek? (1)
Passie voor gemotoriseerde voertuigen begon bij mij onschuldig met het halen van mijn rijbewijs voor de scooter. De passie voor auto’s begon bij mij nadat ik op mijn achttiende ook het rijbewijs voor deze voertuigen had binnengehaald. Halverwege dit schooljaar kwam ik op het idee om mijn passie voor auto’s en journalistiek te combineren.
In Nederland zag ik dat het aanbod qua autojournalistiek beperkt is. ´TopGear´ en ´The Grand Tour´ zijn de grootste programma´s op dit moment, alleen zijn beide programma´s moeilijk van elkaar te onderscheiden. Dit komt mede door het feit dat The Grand Tour gepresenteerd wordt door de vroegere presentatoren van TopGear. Deze programma´s zitten verder professioneel in elkaar, maar hebben een probleem: ze zijn Engelstalig, net zoals veel YouTube kanalen die aan autojournalistiek gewijd zijn. Autoweek daarentegen is Nederlandstalig, maar volgens ons erg saai om naar te kijken.
Nadat ik mijn plannen aan Mirthe had verteld, werd mij duidelijk dat er meer gegadigden voor het project waren. Uiteindelijk plande we een meeting in met Albert, Mirthe, Sebas en ik. Uit deze meeting kwam naar voren dat Mirthe eigenlijk vooral geïnteresseerd was in F1 en toch ietsje minder in auto’s in het algemeen. Sebas had verder eigenlijk geen tijd voor een nieuw project en daarom bleven Albert en ik over.
Wij begonnen het project door te vergelijken wat ons opviel aan verschillende bestaande mediums op YouTube en waar volgens ons verbeterpunten waren. Voor de vergelijking gebruikten wij deze programma´s: The Grand Tour, AutoWeek, Doug DeMuro en Carwow.
Vergelijken van programma’s
The Grand Tour is geen programma waar een auto verkocht wordt, het is een programma over beleving. Beleving van een auto bij de presentator wel te verstaan. Feiten blijven natuurlijk wel belangrijk, maar het is niet het belangrijkste wat er is. In de afleveringen worden er ook vaak kleine races gedaan tegen andere auto’s en voertuigen om het programma niet te éénzijdig te laten worden. Tijdens deze races verteld de presentator verder over zijn auto. Het is wel duidelijk dat niet alle grappen spontaan zijn en dat er veel gescript is, maar door de beeldende verhaalvorm is hier weinig van te merken. Ook het gebruik van veel sfeerbeelden, muziek en een voice-over voorkomen dat de afleveringen saai worden.
AutoWeek is een heel ander dier dan The Grand Tour. Bij AutoWeek ligt het tempo een stuk lager en is veel meer gefocust op droge feiten. De aflevering die wij bekeken voor vergelijking bevatte alleen beelden van de binnenkant en enkele shots van buitenaf gefilmd. Veel variatie zat er dus niet in. Wat ook niet hielp was dat de beelden vaak niet lekker synchroon liepen met het verhaal wat verteld werd. Naast deze kritiek moet er ook een flink compliment gegeven worden aan AutoWeek, ze weten wie er kijkt. AutoWeek focust zich vooral op mensen die een auto willen aanschaffen en spelen daar in een afleveringen op in. Op de site van AutoWeek staan ook onder hun stukken advertenties voor de auto in het stuk. Wil je de auto halen, dan kan je direct na de recensie door naar de advertentie.
Bij Carwow beginnen ze direct al lopend met hun verhaal. Dit geeft de aflevering direct al een stuk meer energie. Het verhaal dat verteld wordt sluit goed aan op de beelden die je als kijker ziet en vaste items zorgen voor minder chaos in de aflevering. Net zoals AutoWeek is het doel bij Carwow om een consumentenadvies te geven. Alleen gaat Carwow meer in op details zoals interieur en competitie met andere auto’s in hun klasse. Carwow heeft in vergelijking tot AutoWeek auto’s verkopen tot een nieuw niveau getild. Je kan namelijk auto’s direct via hun site kopen. Tussendoor laten ze wel een stukje entertainment zien en dit zorgt ervoor dat de aflevering niet alleen maar het statische beeld wordt van een auto.
Doug DeMuro geeft van alle mediums vergeleken het meest uitgebreide advies. Feit is wel dat zijn afleveringen bijna een half uur duren en dit is echt heel veel voor een review. Het voordeel is wel dat hij zijn tijd kan nemen met een grondige inspectie van de auto en vaste items. Dit is ook wel nodig omdat zijn doelgroep geïnteresseerd is in de auto en daarom zoveel mogelijk informatie hierover willen inwinnen. Wat zijn filmpjes wel saai maakt in vergelijking tot de anderen is het feit dat ze erg lang zijn en geen entertainment bevatten om lange stukken op te breken.
Wat willen wij hieruit halen?
Ons doel is niet om auto’s te verkopen, dus daarom zullen wij het minder formeel houden als bijvoorbeeld AutoWeek. Wij wilden juist meer het gevoel bij een auto overbrengen, zoals Carwow en The Grand Tour.
Waar Albert en ik het duidelijk direct eens met elkaar waren is het gebruik van sfeerbeelden. Bij The Grand Tour (en in mindere mate bij Carwow en AutoWeek) worden veel sfeerbeelden gebruikt en dit zorgt voor een prettige kijkervaring. Doug DeMuro is een ander verhaal, hij geeft goede reviews, maar een half uur lang kijken naar een kerel die over een auto praat is voor veel mensen teveel. AutoWeek heb ik eerder al genoemd dat ze zeker sfeerbeelden gebruiken, maar deze komen vaak niet overeen met wat er gezegd wordt. Bij de review van de Jaguar X-type praat de presentator bijvoorbeeld over het interieur terwijl de buitenkant te zien is.
Entertainment wordt in de autojournalistiek heel verschillend benaderd. Doug DeMuro doet er praktisch niet aan. AutoWeek en Carwow besteden er altijd een heel klein gedeelte van de aflevering aan. The Grand Tour daarentegen pakt altijd groots uit, meestal is de reportage verdeeld in tweeën. In de eerste helft praten ze over de auto(‘s) in kwestie en daarna schakelen ze over naar een spel. Dit spel is meestal een race tussen de auto en een ander vervoersmiddel. Op het eerste gezicht lijkt dit niet op journalistiek, totdat je je beseft dat de presentatoren tijdens de race vrolijk doorpraten over de auto. Ook laten ze tijdens de race relevante dingen zien van de auto. Dit is toch een stuk minder saai dan het halfuur lange verhaal van Doug.
Naast de punten die ik hierboven heb opgenoemd is het ongelooflijk belangrijk om aan je doelgroep te denken in de (auto)journalistiek. Je doelgroep bepaalt alles: welke toon je aanslaat, de lengte van het filmpje, de snelheid van het filmpje en de auto’s die je uitkiest om te laten zien. Vaak moet je ook kijken wat er überhaupt relevant is voor je doelgroep. Is je doelgroep jongeren, dan kan je niet komen aanzetten met een dure, nieuwe Audi. Een Audi kunnen ze namelijk (meestal) helemaal niet betalen. Is je doelgroep klusjesmannen, dan kan je niet aankomen zetten met een Fiat 500, die zijn namelijk al bijna te klein om een gereedschapskist mee te nemen.
Net zoals bij andere filmpjes houden kijkers van een beetje structuur. Daarom is het handig om vaste items in je filmpjes te verwerken. Doug DeMuro en Carwow doen dit altijd op een nette, gestructureerde manier. Meestal geven zij ook direct een cijfer tussen de één en de tien, waardoor vergelijken nog makkelijker wordt. Door dit advies is het direct duidelijk voor een consument welke auto’s je moet laten staan en welke je flink plezier gaan bezorgen.