Het coronavirus heeft in Nederland veel ondernemingen en verenigingen geraakt, zo ook sportclubs. Om de klap enigszins te verzachten stelde de rijksoverheid een pakket van 90 miljoen euro samen met nog een tegemoetkoming voor clubs met een eigen zaal of clubhuis. Voor de Nederlandse clubs wordt het nu spannend welke steun ze kunnen verwachten.

Geert Slot, woordvoerder van NOC*NSF, vertelt dat er twee ‘golven’ aan financiële steun voor sportclubs zijn geboden: de eerste steun werd aan het begin van de coronacrisis aan clubs gegeven die bijvoorbeeld zaalhuur moesten betalen. “Van het tweede steunpakket weet ik uit mijn hoofd niet hoeveel dat was, maar de steun bij de eerste golf was 120 miljoen euro. Dit extra geld werd ingezet zodat de clubs het tot juni konden uitzingen. De verhuurders van de zalen/clubhuizen werden met het geld gecompenseerd voor het opschorten van de huur. Na juni gingen veel clubs weer open en was deze steun (grotendeels) niet meer nodig.”

Op de vraag hoeveel clubs financiële hulp nodig hebben, laat Slot weten hier geen schatting van te kunnen maken. Hij legt uit dat dit komt doordat er een groot aantal verschillende regelingen zijn en de situatie van club tot club verschilt. Volgens de site van de rijksoverheid worden met de verschillende regelingen minimaal 11.000 sportclubs ondersteunt.  

Nu de kantines weer dicht moeten en publiek bij wedstrijden verboden is, wordt het volgens Slot weer noodzakelijk om naar een nieuw steunpakket te kijken: “Het is nu vooral zaak dat de NOC*NSF de komende drie weken samen met de overheid gaat kijken hoe groot dit steunpakket gaat worden. Onze helpdesk werd na het aankondigen van de nieuwe maartregelen overspoeld met vragen van clubs hoe dit financieel zou uitpakken voor hun.”

Maar wat doen buurlanden om hun sportclubs te compenseren? In de infographic hieronder staan enkele voorbeelden.