Geschiedenis van de Russische expansie
Door de geschiedenis heen heeft Rusland zijn grondgebied al vaak uitgebreid. Het begon voor Rusland als een samenraapsel van Slavische- en Vikingstammen die zich verenigden en zich snel uitbreiden. Door deze expansies wist het uit te groeien tot de huidige Russische Federatie. Daarom is de annexatie van de Krim en, minder bekend, de bezetting van Abchazië/Zuid-Ossetië, niet een vreemde stap voor Rusland, een land dat zichzelf heeft opgebouwd met deze strategie. Maar hoe vaak heeft Rusland in het verleden zijn grondgebied uitgebreid? En hoe behandelde zij de mensen die al in deze gebieden woonden?
Vroege expansie van Rusland
Vanaf 1325 begon het koninkrijk rond Moskou zich te ontwikkelen en grondgebied toe te voegen. De val van het Mongoolse rijk werd met beide handen aangegrepen door het nieuwe Moskovië. Hier liet koning Ivan IV ,de verschrikkelijke, zich kronen als eerste tsaar van Rusland en begon met het veroveren van de islamitische kanaten die ten oosten van Moskou lagen. Door de verovering van het islamitische kanaat van Kazan (1552) lag voor Rusland de weg open voor expansie richting het oosten. En in 1582 werd het Oeralgebergte over gestoken.
Halverwege de zeventiende eeuw begonnen expedities naar Siberië op gang te komen. Vooral onder leiding van de kozak Demid Pyanda werden grote stukken land ontdekt. Pyanda gebruikte vooral de bestaande rivieren als ‘wegen’ als zij dichtgevroren waren, bij een gebrek aan bruikbare andere routes. Tijdens zijn reis richting het oosten kwam hij verschillende inheemse volkeren tegen die soms met geweld, en soms vrijwillig, onderworpen werden. De Russische expansie zuidwaarts, in het verre oosten, stopte pas met het verdrag van Nerchinsk (1689). Later in de 18e eeuw zou het Russische rijk verder uitbreiden zuidwaarts (tot het huidige Vladivostok en Afghanistan (zie: The Great Game)).
Russisch Amerika
De eerste gedocumenteerde ontdekking van Alaska die algemeen geaccepteerd is, is de expeditie van de Deen Bering en de Rus Tsjirkov. Tijdens een storm raakten de twee elkaar kwijt, maar op 15 juli 1741 zette Tsjirkov, als een van de eerste Europeanen ooit, voet aan wal in Noordwest-Amerika. Na een tijdje begon de bonthandel op te leven in de zuidelijke eilanden van Alaska, de Aleoeten. In 1759 werd de eerste permanent bewoonde plaats in dit gebied gesticht: Oenalasjka. De bonthandel is de oorspronkelijke reden voor veel van de russen in de regio om hier te komen. En deze bonthandel begon redelijk snel problemen te veroorzaken met de plaatselijke bevolking: de Aleoeten. De Russen jaagden zelf nauwelijks op de otters, die zij gebruikten voor hun pels, maar ze dwongen de Aleoeten dit voor hen te doen. Dit gaf een probleem. De Aleoeten waren gedecimeerd door meegebrachte ziektes door de Russen. Ongeveer 80% van hen stierf hieraan. En omdat de Russen de Aleoeten dwongen te jagen, vielen de Aleoeten Oenalasjka aan en doodden 112 mensen. Toen de Russen hierachter kwamen stuurden zij een strafexpeditie naar het gebied. Dit leidde tot de dood van minstens 5000 Aleoeten. Uiteindelijk bleek de kolonie toch niet winstgevend genoeg voor de Russen en daarom verkochten ze Russisch-Amerika aan de Verenigde staten in 1867.
Sovjet era en politiek van ‘russificatie’
Aan het einde van de eerste wereldoorlog vond in Rusland de oktoberrevolutie plaats, hierbij werd de tsaar van de troon gestoten en kwamen de communistische Bolsjeviken aan de macht. Een van de dingen die Lenin het land belooft had, was dat het zich zou terugtrekken uit de eerste wereldoorlog. Lenin hield woord en de Russen gaven zich over aan de Duitsers (met het verdrag van Brest-Litovsk) en verloren hiermee veel grondgebied.
Lenin wilde eerst de revolutie in eigen land veilig stellen voordat de nieuw ontstane Sovjet-unie zich met buitenlandse politiek kon bezighouden. Na het tekenen van het verdrag brak er in Rusland een burgeroorlog uit tussen het rode leger (de bolsjeviken) en het witte leger (de afgezette regering). Tijdens deze burgeroorlog leek het rode leger te gaan verliezen, maar het witte leger was slecht georganiseerd en dit werkte in het voordeel van de bolsjeviken. Toen het witte leger een aanval op Petrograd (Sint-Petersburg) wou uitvoeren dachten zij steun te krijgen van de Finnen, maar die wilden onafhankelijkheid en het witte leger was dat niet bereid aan ze te geven en het bleef niet bij Finland, want dezelfde situatie was van toepassing op Estland. Het rode leger daarentegen had deze twee volken wel onafhankelijkheid belooft en kreeg hierdoor steun en een minder groot front om aan te vechten. In 1924 was na zes jaar van grootschalige gevechten, plunderingen en 15 miljoen doden de rust weer hersteld in de Sovjet-unie. Het rode leger had gewonnen.
Eigenlijk is er al vanaf het begin van een Russische staat sprake geweest van een politiek van russificatie, die verder werd toegepast en geintensiveerd. Deze politiek hield in dat:
- De meeste oorspronkelijke minderheden werden afgevoerd naar andere gebieden en in hun plaats werden oorspronkelijke Russen het land toegewezen.
- De plaatselijke taal werd verboden (vooral het geval in Moldavië, Polen, Oekraine en Litouwen).
- Het alfabet van de plaatselijke taal werd aangepast (van latijn en arabisch naar cyrillisch).
- Nog voor de Sovjet-unie was bekering naar het oosters-orthodoxe geloof een van de hoofdpunten van russificatie.
In de aanloop naar de tweede wereldoorlog begon de Sovjet-unie zijn verloren grondgebied weer toe te voegen aan hun eigen land. Het interbellum was voor de Sovjet-unie een pauze in zijn russificatie-beleid. Dit kwam omdat de toenmalige leider Jozef Stalin (geboren Loseb Dzjoegasjvili) zelf een etnische Georgiër was. Stalin was vanwege zijn achtergrond meer geneigd etnische minderheden meer vrijheden te geven, zolang zij maar socialistisch waren.
Tijdens de tweede wereldoorlog verloor de Sovjet-unie veel grondgebied aan de Duitsers en de Finnen. Na de slag om Stalingrad werd het tij echter gekeerd en veroverde het rode leger in rap tempo gebieden in Oost-Europa. De gebieden die veroverd werden kwamen onder directe controle van de Sovjet-unie, of werden bufferstaten, na de conferentie van Potsdam in 1945 (hier werd ook het verdrag van Potsdam getekend).
Aan het einde van de tweede wereldoorlog breidde de Russische invloedssfeer zich niet alleen naar het westen, maar ook naar het oosten uit. De uitbreidingen richting het oosten bestonden uit:
- Het inlijven van de Volksrepubliek Toeva (aan de grens met Mongolië) in 1944, vooral vanwege zijn grote uraniumvoorraden.
- Het bezetten en inlijven van het zuiden van Sachalin en de volledige eilandengroep de Kurillen (veroverd op Japan in 1945, na de overgave van Nazi-Duitsland).
Na deze bezettingen aan het einde van de tweede wereldoorlog, ontstonden de grenzen van de Sovjet-unie die tot het einde van dit land in 1991 zouden bestaan.
De moderne Russische Federatie
Na het uiteenvallen van de Sovjet-unie verloor Rusland bijna een derde van zijn grondgebied. Dit verlies was een grote (en plotselinge) klap voor veel Russen en in een onderzoek van VCIOM (in 2006) gaf 66% van de ondervraagden aan het uiteenvallen van de Sovjet-unie te betreuren. Dat veel Russen het jammer vonden dat de Sovjet-unie uiteenviel, was één van de motivaties voor Russisch leider Vladimir Poetin om begin Augustus 2008 de blik weer naar buiten Rusland te verleggen. In 2008 trokken Georgische troepen Abchazië en Zuid-Ossetië binnen, deze twee gebieden wilden zich al sinds de val van de Sovjet-unie afscheiden en hebben Russisch als officiële taal en een Georgische minderheid. Veel Osseten en Abchazen hebben een Russisch paspoort en Boris Medvedev (premier van Rusland) gaf aan dat door Russische troepen naar de gebieden te sturen hij alleen Russische onderdanen beschermde. De annexatie van de Krim had dezelfde redenatie: er woonden veel russen en Rusland wou hun ‘veiligstellen’, in werkelijkheid was deze zet waarschijnlijk bedoeld om een goede haven aan de Zwarte zee veilig te stellen. Naast het veilig stellen van een Zwarte zee-haven, was ook de interesse van Oekraïne in samenwerking met de Europese unie een factor die meegespeeld kan hebben in het maken van deze beslissing.